2 research outputs found

    Alternatieve Waterkeringen: Een verkenning naar nieuwe concepten voor kustverdediging in het kader van Beleid Ondersteuning Programmabureau Zuidwestelijke Delta

    No full text
    Dit onderzoek is onderdeel van het Beleid Ondersteuning 2011 Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta (BO-11-015-004) van het Ministerie van EL&I. Deze studie is onderdeel van een 5-tal taken en betreft taak 2 Alternatieve waterkeringen. Klimaatverandering en de daarmee samenhangende zeespiegelstijging, extremere stormen en hogere piekafvoeren van de rivieren leiden tot nieuwe opgaven voor kustverdediging in de Zuidwestelijke Delta. Deze ontwikkelingen vragen om flexibele en robuuste waterkeringen die veilig zijn maar ook mogelijkheden bieden voor aanpassingen (adaptief beheer). In de kennisagenda van de Zuidwestelijke Delta (waterveiligheid) is de volgende vraag benoemd: \u93In hoeverre zijn nieuwe concepten voor keringen (zoals Deltadijken) of gebiedsinrichting (bijvoorbeeld binnendijkse compartimentering) nodig en bruikbaar?\u94 Dit rapport heeft daarom tot doel om nieuwe concepten voor keringen en kansen voor inbedding van deze concepten in en rondom de Oosterschelde te inventariseren. Het eerste deel van de studie betreft een algemene inventarisatie van nieuwe concepten in getijdensystemen die daardoor ook relevant zijn voor andere Deelprogramma\u92s (zoals Kust en Waddenzee). Het grootste deel van de Nederlandse kust wordt beschermd door stranden en duinen die jaarlijks worden gesuppleerd. In de Zuidwestelijke Delta op de koppen van de eilanden is dit ook zo, maar in de Oosterschelde en Westerschelde zijn het vooral de dijken die in kustverdediging voorzien. Dijken zijn al eeuwenlang een effectieve manier van kustverdediging en hebben ze een belangrijke rol gespeeld in het uitbreiden en inpolderen van nieuw land. Gemaakt van gebiedseigen materiaal kunnen ze relatief gemakkelijk aangepast (opgehoogd of verstevigd) worden en zijn ze een relatief goedkope oplossing voor laaggelegen kustgebieden met een lage grondprijs (Brampton 2002). Echter zorgen dijken ook voor een steeds groter wordend hoogte verschil tussen een stijgende zeespiegel en een inklinkende bodem. Doordat ze statisch zijn, zijn dijken niet gemakkelijk aan te passen op veranderende omstandigheden zoals zeespiegelstijging en belemmeren ze natuurlijke sedimentatie. Daarnaast zorgt een groter verhang tussen land en zee ervoor dat àls de dijk breekt de impact van een overstroming groter is. Ook veroorzaakt dit een toename in zoute kwel binnendijks. \u93Alternatieve keringen\u94 zijn nieuwe typen (of aanpassingen aan) keringen die veiligheid bieden tegen overstromingen maar ook gericht zijn op meer ruimte voor natuurlijke processen (zie figuur op de volgende bladzijde). De mogelijkheden voor nieuwe typen keringen hangen nauw samen met lokale omstandigheden. Alternatieve waterkeringen zoals besproken in deze studie resulteren doorgaans in bredere keringen die in zee- en/of landwaartse richting zijn uitgebreid en bieden meer mogelijkheden voor medegebruik zoals aquacultuur, natuur en recreatie dan reguliere dijken. Bredere keringen zijn robuuster en kunnen een rol vervullen in het ecologisch functioneren van de aanliggende wateren van belang voor de ecologische veerkracht van het systeem (zie BO taak 1 Ecologische begrippen). Type keringen gericht op het vasthouden van sediment en bevorderen van sedimentatie kunnen onder de juiste randvoorwaarden meestijgen met de zeespiegelstijging (zoals Sedimentatiegebieden of buitendijkse slikken en schorren) en op lange termijn bijdragen aan een robuuste kustzone. Buitendijkse concepten bestaan uit behoud of uitbreiden van voorlanden waardoor de golfaanval op de kust afneemt en meer intergetijdengebied ontstaat met waardevol habitat voor mariene en estuariene soorten zoals gebruik van schelpdier riffen of (strategisch suppleren). Nieuwe concepten voor aanpassingen aan de dijk zelf zijn gericht op het veiliger en/of ecologisch aantrekkelijker maken met kansen voor mede gebruik zonder dat deze hoeft worden opgehoogd. Binnendijkse maatregelen zijn erop gericht de kustverdediging in binnendijkse richting te verbreden naar een kustzone met een meer geleidelijke overgang tussen land en zee. Zo is het Inlagen concept een manier om overstromingsrisico\u92s te zoneren door gebruik van dubbeldijken waarbij de veiligheidsnorm voor de primaire dijk lager kan zijn. Bij toepassing van Sedimentatiegebieden wordt binnendijks gebied onder invloed van het getij gezet. Onder de juiste randvoorwaarden treedt schorvorming op waardoor het gebied kan opslibben en kan meegroeien met de zeespiegelstijging. Dit draagt bij aan een robuuste, veilige kustzone en is daarnaast ook een manier om verlies van intergetijdengebied te compenseren bijvoorbeeld als habitat herstel in het kader van Natura 2000. De veiligheid langs de Oosterschelde wordt gewaarborgd door dijken en bij extreem hoog water (>3m NAP) gaat de stormvloedkering dicht. Naast de waardevolle ecologische waarde van het gebied is de Oosterschelde ook van groot belang voor de schelpdiersector en aantrekkelijk voor waterrecreatie (met name voor duikers). Door de zandhonger staan de natuurwaarden onder druk en als gevolg hiervan eroderen intergetijdengebieden en neemt de golfbelasting op de dijken toe. Kansen voor alternatieve waterkeringen in de Oosterschelde zijn met name de Inlagen, toepassing van Oesterriffen en Nieuwe dijken zoals Klimaatdijk, Duindijk en Rijke Dijk. Het lopende experiment met oesterriffen moet echter hun werking nog uitwijzen. Door een sedimenttekort in de Oosterschelde en de relatief lage sedimentlading van het water hebben Sedimentatiegebieden weinig potentie doordat ze niet genoeg sediment zullen ontvangen om de zeespiegelstijging bij te houden. Zo heeft de Westerschelde meer potentie voor toepassing van Sedimentatiegebieden omdat de sedimentbeschikbaarheid daar veel hoger is. De alternatieve waterkeringen besproken in deze studie zijn nog jonge concepten in ontwikkeling. Sommigen worden al ingezet als kustverdediging of natuurherstelmaatregel (zoals Sedimentatiegebieden (Verenigd Koninkrijk)) en andere zijn nog meer in een onderzoeks-/pionierfase (Schelpdierriffen, Strategisch suppleren, Inlagen, Duindijk, Rijke Dijken) of zelfs nog een concept wat nog niet is toegepast (Klimaatdijk). Om de werking en mogelijkheden voor toepassing beter te begrijpen is meer ervaring, onderzoek en monitoring van bestaande concepten nodig. De kennis die hieruit ontwikkelt kan worden geeft voeding aan de strategiekeuze voor de lange termijn veiligheid van de Zuidwestelijke Delta.Beleid Ondersteuning 2011 Deltaprogramma Zuidwestelijke Delt

    From past to present: Biodiversity in a changing delta

    No full text
    A large-scale coastal engineering project (the \u91Delta works\u92) changed large-scale, dynamic estuarine nature in the southwest of the Netherlands into a diverse mosaic of ecosystems with different characteristics. This led to a suite of ecological problems, which is why plans are made to restore estuarine dynamics. Until today the effect of the Delta works on biodiversity in the subsystems is still poorly understood. We combined long-term datasets on macrobenthos, fish, birds and key species and present reliable and factual information on changes in biodiversity in the Southwest Delta in the past decennia in relation to the Delta works and other developments. Effects of the Delta works on biodiversity are highly diverse and depend on many different factors and histories specific for the different water bodies. If connections are restored, effects on species richness and biodiversity will depend on the specific characteristics of the separate basins. Because restoration of estuarine dynamics likely occurs on a reduced scale, effects on biodiversity may only be modest. However, effects on the occurrence of rare species of the brackish and intertidal transition zones may be more significant. It is recommended to study this further
    corecore