3 research outputs found
Sint Annaland Havendijk Sint Annaland Havendijk. Gemeente Tholen. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen
Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed heeft een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd binnen een plangebied gelegen in de Suzannapolder in Sint Annaland (gemeente Tholen). De aanleiding tot het onderzoek wordt gevormd door het voornemen van de initiatiefnemer om een nieuw woningbouwproject te realiseren. Hierbij worden 75 wooneenheden gerealiseerd in een groene en waterrijke omgeving. Het project wordt gerealiseerd ter plaatse van twee agrarische percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Sint Annaland, Sectie F, Perceel 1189‐697. Het plangebied beslaat een oppervlakte van circa 53.500 vierkante meter.
Volgens hoofdstuk 22.2 van het Omgevingsplan Gemeente Tholen is het verboden om deze activiteiten uit te voeren zonder omgevingsvergunning. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning voor een BuitenplanseOmgevingsPlanActiviteit (BOPA) dient een rapport te worden voorgelegd waarin de archeologische waarde van de locatie in voldoende mate is vastgesteld. Dit rapport is volgens artikel 22.22 niet noodzakelijk indien de oppervlakte niet groter is dan 100 m² of indien hiervoor afwijkende regels zijn opgenomen in het tijdelijke deel van het omgevingsplan en deze niet worden overschreden. In het tijdelijke deel van het omgevingsplan geldt volgens het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied Tholen (2013) een dubbelbestemming waarde archeologie 3 of 4. Binnen deze gebieden geldt een verbod op het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden die respectievelijk groter zijn dan 500 of 2.500 vierkante meter en dieper reiken dan 0,40 meter beneden maaiveld. Met de nieuwe ontwikkeling zullen de vrijstellingsgrenzen worden overschreden. Daarom dient in het kader van de BOPA omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport te worden voorgelegd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een verkennend booronderzoek. Op basis van de resultaten van beide onderzoeken kan gesteld worden dat: - Zich in het plangebied wadafzettingen bevinden van het Laagpakket van Walcheren. Deze gaan plaatselijk bovenin over op schor- en plaatafzettingen. In, en op, deze afzettingen van het Laagpakket van Walcheren geldt een lage verwachting op het voorkomen van vindplaatsen uit de Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd. Dit uitgezonderd een smalle strook in het oosten van het plangebied, waar een hoge verwachting geldt voor resten van een weg (tussen de 17e eeuw en 1960 in gebruik). Deze resten worden echter niet behoudenswaardig geacht.
- Het Hollandveen (aangetroffen op een diepte tussen 2,35 en 4,25 m -mv/ 1,66 en 3,61 m -NAP) binnen het volledige plangebied deels tot volledig geërodeerd is. Voor dit niveau geldt slechts een lage verwachting voor resten uit de Bronstijd tot Midden-IJzertijd (waar veen niet volledig weg geërodeerd is).
- Het Laagpakket van Wormer aangetroffen is op een diepte tussen 3,5 en 4,3 m -mv/ 3,04 en 3,71 m -NAP. Het betreft hoofdzakelijk kleiige wadafzettingen. Voor dit niveau geldt een lage verwachting voor resten uit het Neolithicum. Bij boringen 1, 6 en 7, langs de oostelijke rand van het plangebied, is de top van het Laagpakket van Wormer wat hoger gelegen (tussen 2,95 en 3,05 m -mv/ 2,23 en 2,62 m -NAP). Hier bestaat het pakket uit zandige afzettingen. Bij boringen 1 en 4 is er sprake van wat bodemvorming in de top van het Laagpakket van Wormer. Bij boring 4 betreft dit echter een zeer dun laagje in de top van de kleiige afzettingen. Bij boring 1 is het pakket relatief hoog gelegen en vormt het de top van een zandig pakket. Hier zijn de omstandigheden voor mogelijke bewoning gunstiger. Echter, in deze boring is het bovenliggende Hollandveen volledig weg geërodeerd en is de top van het Laagpakket van Wormer vermoedelijk eveneens aangetast. Bijgevolg wordt ook ter plaatse van boringen 1, 4, 6 en 7 de archeologische verwachting bijgesteld naar een lage verwachting
Vlissingen Zwanenburgseweg 11 Vlissingen Zwanenburgseweg 11. Gemeente Vlissingen. Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen
De initiatiefnemer heeft het voornemen om het bestaande saunacomplex te amoveren en te vervangen door nieuwe sauna’s aan de Zwanenburgseweg 11 te Vlissingen. Hiertoe zullen ook de bestaande recreatiewoningen worden gesloopt. In het kader van de hiertoe benodigde omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd.
Eerder is voor het plangebied een Archeologisch Bureauonderzoek uitgevoerd waarbij een gespecificeerd verwachtingsmodel is opgesteld. Dit verwachtingsmodel is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase). Tijdens deze verkennende fase zijn de landschappelijke vormeenheden bepaald met als doel kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones aan te duiden voor eventuele volgende vormen van onderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat: - In de top van het pleistoceen dekzand en afdekkende Basisveen dat verwacht wordt vanaf 4,30 m -mv (4,90 m -NAP) geldt een hoge verwachting op het voorkomen van vindplaatsen vanaf het laat paleolithicum tot en met het vroeg neolithicium.
- In, en op, de oude getijdenafzettingen van het Laagpakket van Wormer dat voorkomt vanaf 2,75 m -mv / 3,50 m -NAP een lage verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen uit het midden- en laat-neolithicum.
- Op het Hollandveen dat voorkomt vanaf 2,55 m -mv (3,30 m -NAP) een lage verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen vanaf de bronstijd tot en met de Romeinse tijd.
- In, en op, de afzettingen van het Laagpakket van Walcheren die werd vastgesteld vanaf 1,10 m -mv (1,85 m -NAP) een lage verwachting bestaat op het voorkomen van vindplaatsen uit de middeleeuwen en de Nieuwe tijd
Eede Vuilpanstraat Eede Vuilpanstraat. Gemeente Sluis. Archeologisch Bureauonderzoek
DNWG Infra B.V. heeft het voornemen om het elektriciteitsnetwerk in de Vuilpanstraat te Eede te vernieuwen tussen de adressen Vuilpanstraat 3 en Kerkweg 2. In het kader van de hiertoe benodigde omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd.
Voor het bureauonderzoek is een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat: - De natuurlijke ondergrond in het plangebied bestaat uit pleistoceen dekzand van het Laagpakket van Wierden met een humeuze laag aan de bovenzijde; - In en op het Laagpakket van Wierden plaatselijk middelhoge tot hoge archeologische verwachtingen gelden voor alle perioden; - De bovenzijde van het dekzand in delen van het plangebied verstoord is door sloten/greppels en kabels en leidingen; - De voorgenomen werkzaamheden grotendeels binnen bestaande verstoringen zullen worden uitgevoerd, behalve enkele kleine gedeelten ter hoogte van Vuilpanstraat 6 (totale oppervlakte circa 60 m2)