ADC ArcheoProjecten heeft in november/december 2013 voor het gebied tussen de A4, de Kruisweg, de Ringvaart en het Geniepark, gemeente Haarlemmermeer een Archeologisch bureauonderzoek en een Cultuurhistorische verkenning uitgevoerd. Aanleiding voor het onderzoek vormt het voornemen om voor het gebied een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Vanaf 1 januari 2012 zijn gemeenten op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) er echter aan gehouden om daarbij aandacht te schenken aan cultuurhistorie in de meest algemene zin van het woord. Dit betekent dat behalve archeologie ook zaken zoals architectuurgeschiedenis, historische (steden)bouwkunde, bouwhistorie, tuinhistorie en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel al bij wet of verordening beschermde (“waardevaste elementen of gebieden”) als niet formeel beschermde objecten en structuren (“waardevolle elementen of gebieden”): van rijksmonument tot het vermoeden van een archeologische vindplaats.
Naar aanleiding daarvan is het voorliggend archeologisch bureauonderzoek en Cultuurhistorische verkenning uitgevoerd. Op basis van het uitgevoerde archeologische bureauonderzoek kan gesteld worden dat het plangebied voldoende onderzocht is. Zo is in 2000 reeds een groot deel van het plangebied middels een booronderzoek onderzocht. Daarbij zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van archeologische waarden in of aan de top van het Wormer laagpakket. Evenmin zijn aanwijzingen voor de aanwezigheid van duidelijk ontwikkelde oeverwallen of geulen aangetroffen. Geopperd is dat het geulsysteem zo dynamisch van karakter was dat de geulen zich regelmatig verlegden en niet diep ingesneden waren. Aangenomen mag worden dat dit ook geldt voor de direct aangrenzende zones binnen het plangebied.
Binnen het plangebied moet wel rekening gehouden worden met sporen en vondsten die samenhangen met de laat 19e eeuwse ontginning van het gebied en de daarbij behorende bebouwing. Deze laat 19e en begin 20ste eeuwse boerderijen worden evenwel door de gemeente Haarlemmermeer niet gezien als behoudenswaardige archeologische vindplaatsen.
Op basis van het bovenstaande adviseert ADC ArcheoProjecten geen verder archeologisch onderzoek en het plangebied vrij te geven voor ontwikkeling.Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.
Ten aanzien van de overige binnen het plangebied aanwezige cultuurhistorische waarden kan opgemerkt worden dat deze samenhangen of gelieerd kunnen worden aan twee hoofdwaarden:
1) De herinnering aan/verwijzing naar de ideaal verkaveling en inrichting van de nieuw gewonnen Haarlemmermeerpolder van rond 1855. Deze wordt gekarakteriseerd door een planmatige indeling in rechthoekige percelen met een breedte van circa 200 m en een lengte van circa 1 km. De binnen het plangebied aanwezige cultuurhistorische waarden betreffen daarbij de huidige perceelsindeling, de van zuid naar noord lopende Aalsmeerderweg met aangrenzende bebouwing en de ‘500 el boom’.
2) Stelling van Amsterdam. De (zuid)oostzijde van het plangebied maakt formeel deel uit van de schootscirkel van het aan de zuidoosthoek van het plangebied gesitueerde Fort Aalsmeer, onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Het binnen het plangebied gelegen deel van de schootscirkel behoord echter niet tot de zogenoemde ‘verboden kring’ d.w.z. het gedeelte van de schootscirkel, dat niet bebouwd mocht worden. Dat deel bevindt zich aan de zuidzijde van de Geniedijk. In de voorgenomen ontwikkeling wordt met bovengenoemde cultuurhistorische waarden in enige mate rekening gehouden, o.a. middels het herkenbaar houden van de Aalsmeerderweg als polderweg, behoud ‘500 el boom’ en de aanleg van het Geniepark ten behoeve van het versterken van de herkenbaarheid van de Geniedijk als onderdeel van de Stelling van Amsterdam.
Binnen het plangebied zelf zal de aanwezigheid/herkenbaarheid van beide cultuurhistorische hoofdwaarden voor het ongeoefende oog evenwel vrijwel geheel verdwijnen. Dit verlies is reeds onvermijdelijk gezien de inmiddels voltooide aanleg van de N201, die het plangebied van west naar oost doorsnijdt.
Verdere studie naar de binnen het plangebied aanwezige cultuurhistorische waarden en de mate waarin deze eventueel bedreigd worden door de voorgenomen ontwikkeling wordt niet nodig geacht. Zowel de voorliggende studie als het geactualiseerde Stedenbouwkundig Ontwerp1 geven hier voldoende inzicht in.
Wel kan aanbevolen worden om een studie te verrichten naar op welke wijze de zichtbaarheid en beleving van de ontstaansgeschiedenis van de Haarlemmermeer in zijn totaliteit en de positie van de Stelling van Amsterdam daarbinnen in de praktijk gewaarborgd kan worden. Gezien het feit dat het hier een grotere landschappelijke eenheid betreft, bestaat het gevaar dat als gevolg van versnippering over meerdere bestemmingsplannen de grotere samenhang verloren gaat. Een dergelijke studie zou aansluiten op de door de gemeente in de cultuurvisie 2013-2016 verwoorde ambitie om meer aandacht te hebben voor de ontstaansgeschiedenis van Haarlemmermeer middels het leggen van verbindingen tussen sporen uit het verleden en de hedendaagse en toekomstige ontwikkelingen in de gemeente
Is data on this page outdated, violates copyrights or anything else? Report the problem now and we will take corresponding actions after reviewing your request.