In de wereld

Abstract

In zijn oratie 'In de wereld' houdt Geert Buelens een pleidooi voor een vorm van literatuurbeschouwing die morele extremen en de concrete maatschappelijke realiteit niet uit de weg gaat. Hij spreekt hierover aan de hand van enkele recente teksten over Afghanistan van Arnon Grunberg, een lang gedicht van Tachtiger Jacobus van Looy over een Britse Eerste Wereldoorlogfilm en enkele voorbeelden uit de Engelse en Duitse Eerste Wereldoorlogliteratuur. Buelens pleit voor bestudering van de Nederlandstalige literatuur in samenhang met anderstalige literaturen en met andere media en kunstvormen, waaronder film en muziek. Tot die ‘Nederlandstalige literatuur’ rekent hij niet alleen de geijkte verhalen, gedichten en romans, maar ook journalistiek en gelegenheidswerk. Hoewel de literaire auteur vaak speelt met conventies en het ‘realiteitsgehalte’ van de tekst per definitie tussen haakjes staat, benadrukt Buelens dat het gemediatiseerde van de literaire en artistieke ervaring bepaald niets af hoeft te doen aan de ‘echtheid’, impact of overtuigingskracht van het literaire werk. Zowel de auteur als de onderzoeker staan in de wereld en die wereld bestaat niet alleen uit ‘tekens’ maar ook uit gevoelens en ervaringen, extreme zowel als banal