Hollandiæ Comitatus in ejusdem subjacentes ditiones; una cum toto Ultrajectino Dominio, nec non maximis partibus Geldriæ Ducatus, Frisiæ Comitatus, aliarumq[ue] vicinarum provinciarum foederatarum; exactissimè delineatus

Abstract

Deze kaart van Holland en een groot gedeelte ten oosten van dit gewest is een prototype geweest voor veel latere kaarten. Kenmerkend zijn de oriëntatie op het noorden en het grotere afgebeelde gebied in het oosten. Ook het grote formaat voor een atlaskaart is karakteristiek; de kaart diende in geval van opname in een atlas aan de boven- en rechterzijde gevouwen te worden. Bij de meeste atlaskaarten van Holland strekt het gedeelte ten oosten van het gewest tot aan Kampen. Op de kaart van Visscher ligt de begrenzing tot voorbij de IJssel. Vrijwel geheel Friesland en zelfs een deel van Kleef staat daardoor op de kaart. In de Nederlandse paralleltitel wordt hierop ingespeeld: 'seer dienstig om te reysen na, en van syne naburige provincien, als mede de hoven van Soestdyk, 't Loo en Cleef'. In Kleef resideerde een Nassau, Johan Maurits van Nassau-Siegen, en de plaats wordt daarom in één adem met Soestdijk en het Loo genoemd. De legenda rechtsboven vermeldt onder andere 'Villa regiæ, de koninklijke lust-hoven', hetgeen op zich merkwaardig genoemd mag worden in een republiek. Het Loo en Soestdijk waren op het moment van kaartvervaardiging echter paleizen van koning-stadhouder Willem III. Daar hij samen met Mary eind 1688 het koningsschap van Engeland verkregen, moet de kaart na 1688 zijn gepubliceerd. Hoewel de vormgeving en de kartografische inhoud wijzen op een volledig nieuwe kaart heeft Nicolaas Visscher II geen nieuwe opmetingen laten verrichten. De kaart is waarschijnlijk fasegewijs ontstaan. Eerst maakten Nicolaas Visscher I en II vier deelkaarten van Holland; deze deelkaarten werden door Nicolaas Visscher II verwerkt en verkleind tot een overzichtskaart. Voor het gedeelte van Noord-Holland ten noorden van het IJ is gebruikgemaakt van de kaart 'Uitwaterende sluizen in Kennemerland en West-Friesland' door Jan Jansz. Dou (1680). Het gebied in het centrum van Holland is gebaseerd op de kaart van het Hoogheemraadschap van Rijnland door Jan Jansz. Dou en Steven van Broeckhuysen (1647). Voor de weergave van Utrecht en het Gooi werd de kaart 'Ultraiectini Dominii tabula' van Visscher benut, evenals de gelijknamige kaart van Frederick de Wit. Voor de Veluwe benutte Visscher een kaart naar Nicolaas van Geelkercken, mogelijk 'Ducatus Geldriae tetrarchia Arnhemiensis sive Velavia' van Frederick de Wit. Tot slot is het Friese gedeelte ontleend aan de door Nicolaas Visscher zelf gepubliceerde kaart 'Dominii Frisiae' van Bernard Schoatnus à Sterringa. Op de kaart van Holland staan de steden als plattegronden afgebeeld, met weergave van de vestingwerken. De kwaliteit van die weergave wisselt. Zo zijn Amsterdam en 's-Hertogenbosch correct weergegeven, doch stemt Breda niet met de toenmalige werkelijkheid overeen. Zoals gezegd berust de kaart niet op nieuwe opmetingen en is deze ontstaan door compilatie van regionale kaarten. Geodetisch is de kaart dan ook niet betrouwbaarder dan de 16de-eeuwse overzichtskaart van Jacob van Deventer en de vroeg-17de-eeuwse kaart van Van Berckenrode. Het gedeelte van de Zuid-Hollandse Eilanden en het oosten van de provincie is zelfs minder nauwkeurig. Van de kaart zijn drie staten bekend. Hier afgebeeld is de tweede staat van circa 1696, waarbij ten opzichte van de eerste staat een referentieraster is toegevoegd. Bij deze staat behoort dan ook een blad (niet aanwezig bij dit exemplaar), getiteld: 'Naamregister, waarin na d'ordre van t'alphabet niet alleen werden genaemt alle steeden, dorpen, buurten, en andere aanmerckelyke plaatsen vertoont in de kaart van het Graafschap Holland en syne naburige provincien maar ook aangewesen in wat ruyte ieder naam in dese kaart te vinden is'. De tweede staat komt voor in atlassen van Nicolaas Visscher II en na diens dood in 1702 van zijn weduwe. De kaart is eveneens aanwezig in atlassen van Carel Allard, Pieter Mortier en de firma Ottens. Een derde staat van de kaart kreeg het impressum mee van Petrus Schenk jr. en werd omstreeks 1725 op de markt gebracht

Similar works

Full text

thumbnail-image

Utrecht University Repository

redirect
Last time updated on 14/06/2016

This paper was published in Utrecht University Repository.

Having an issue?

Is data on this page outdated, violates copyrights or anything else? Report the problem now and we will take corresponding actions after reviewing your request.