Web-based Archive of RIVM Publications
Not a member yet
    15255 research outputs found

    Concentration limit for ZZS in waste- update 2023

    No full text
    Nederland streeft naar een circulaire economie waarin we afval als grondstof inzetten. Met wetten en regels wordt voorkomen dat er in de materialen of producten die hiervan worden gemaakt, stoffen zitten die schadelijk zijn voor mens en milieu. Voor afval waar zeer zorgwekkende stoffen (ZZS(Zeer Zorgwekkende Stoffen )) in zitten, gelden extra strenge regels. Op basis daarvan bepalen bedrijven en overheden of het afval geschikt is om te recyclen of moet worden vernietigd. Een deel van deze regels staan in het Circulair Materialenplan (CMP), dat Rijkswaterstaat nu voor de overheid aan het maken is. Voor dit plan heeft het RIVM uitgezocht bij welke concentratie aan ZZS een extra beoordeling nodig is om te bepalen of recycling veilig is. Het RIVM adviseert hiervoor een algemene grenswaarde voor de concentratie van ZZS in afval te gebruiken. Dit is 1 gram ZZS per kilogram afval (0,1 gewichtsprocent). Deze regel geldt tenzij er voor een stof een strengere concentratiegrenswaarde bestaat. Onder de 0,1 procent is geen extra risicoanalyse verplicht om het afval te kunnen gebruiken. Dit advies is hetzelfde als het RIVM in 2017 gaf en is nu met meer kennis onderbouwd. Met het advies sluit Nederland aan op verschillende Europese wetten over het veilig omgaan met schadelijke stoffen. Met een algemene grenswaarde worden ingewikkelde en tijdrovende procedures voorkomen. Ook voor het product waar het gerecyclede materiaal in wordt gebruikt, gelden grenswaarden voor ZZS. Voor speelgoed en cosmetica gelden bijvoorbeeld strenge productnormen. Dan zijn maar kleine hoeveelheden ZZS toegestaan of ze zijn helemaal verboden. Het kan zijn dat deze normen strenger zijn dan de voorgestelde algemene grenswaarde. Tot slot adviseert het RIVM de algemene concentratiegrenswaarde ook te gebruiken voor slecht afbreekbare stoffen. Dit geldt ook voor mengsels van meerdere ZZS in afvalstromen.The Netherlands is committed to achieving a circular economy, in which waste is utilised as a resource. There are laws and regulations to ensure that materials or products derived from this waste do not contain harmful substances that pose risks to human health and the environment. Stringent rules apply to waste that contains Dutch Substances of Very High Concern (ZZS). These rules serve as the basis for businesses and public-sector bodies to determine whether waste can be recycled safely or should be disposed of. Several of these rules are outlined within the Circular Materials Plan (CMP), which is currently being developed by the Directorate-General for Public Works and Water Management (Rijkswaterstaat) on behalf of the government. To support this plan, RIVM has conducted an investigation to determine the concentration level of ZZS in waste that warrants an additional evaluation to ensure the safety of recycling. RIVM recommends establishing a general concentration limit for ZZS in waste, set at 1 g of ZZS per kg of waste (0.1 per cent by weight) This rule applies unless a stricter concentration limit exists for a specific substance. If the concentration falls below 0.1 per cent, there is no need for an additional risk assessment to use the waste. This recommendation is consistent with the one RIVM issued in 2017, but now substantiated with further knowledge. Following this recommendation would bring the Netherlands into line with various European regulations pertaining to the safe management of hazardous substances. The introduction of a general concentration limit eliminates complexity and time-consuming procedures. ZZS concentration limits also extend to products that incorporate recycled materials. For example, stringent product standards apply particularly in the cases of toys and cosmetics, where only very limited quantities of ZZS are permissible, or they may be banned. These standards can be more stringent than the proposed general concentration limit. Lastly, the RIVM recommends that the general concentration limit is also used for substances that are challenging to degrade, including mixtures of multiple ZZS within waste flows

    Contra expertise on measurements of radioactivity in waste water and ventilation air at Urenco Nederland B.V. Period 2022

    No full text
    De fabriek van Urenco(URanium ENrichment COmpany) Nederland, die uranium verrijkt, meet hoeveel radioactiviteit het naar de omgeving loost via het eigen afvalwater en de ventilatielucht. Urenco neemt de te analyseren monsters verspreid over het jaar 2022. Het RIVM controleert deze metingen acht keer per jaar. Met deze 'contra-expertise' controleert RIVM of de analyses die Urenco zelf uitvoert, betrouwbaar zijn. RIVM concludeert dat dit inderdaad het geval is. De totaal-alfa, totaal-bèta resultaten en de gamma-analyses van afvalwater uit de contra-expertise komen goed overeen. Uit de metingen blijkt dat de activiteitsconcentraties in afvalwater doorgaans laag zijn op een enkele uitzondering na. De radioactiviteit in ventilatielucht ligt zeer dicht bij het niveau van de hoeveelheid radon die van nature in de buitenlucht aanwezig is. De resultaten van de meetwaarden van Urenco in ventilatielucht kwamen redelijk overeen met de RIVM-analyses. In buitenlucht wordt de natuurlijke totaal-alfa en bèta-activiteit veroorzaakt door radon-dochters, net als de verhouding tussen de totaal-alfa - en totaal-bèta-activiteit. De verhouding zou heel anders zijn wanneer uranium vrijkomt. Daarom is het aannemelijk dat er in 2022 geen uranium via ventilatielucht is vrijgekomen. RIVM voert de contra-expertises jaarlijks uit in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS)

    Calculating the impact of the National Prevention Agreement – subagreement on problematic alcohol use. Will the 2040 ambitions be reached?

    No full text
    De Nederlandse overheid wil dat er minder mensen roken, overgewicht hebben of te veel alcohol drinken. Om dat te bereiken is in 2018 het Nationaal Preventieakkoord afgesloten met doelen voor 2040. Hiervoor heeft de overheid met meer dan zeventig partijen afspraken gemaakt. Het RIVM heeft berekend of de doelen in 2040 worden gehaald met de afspraken zoals ze nu worden uitgevoerd. Het RIVM heeft daarvoor berekend hoe de situatie in 2040 zal zijn met én zonder afspraken. Uit de berekening blijkt dat de doelen voor problematisch drinken met de afspraken niet worden gehaald. Het aantal problematische drinkers zal nauwelijks dalen. Van veel van de afspraken in het NPA zoals ze nu worden uitgevoerd, is weinig effect te verwachten. Het doel is dat het aantal volwassenen dat problematisch drinkt vijf procent is in 2040. Het aantal jongeren dat zegt de afgelopen maand gedronken te hebben moet naar 15 procent. Extra en stevigere maatregelen zijn nodig om deze doelen te bereiken. Dit zijn bijvoorbeeld maatregelen om alcoholhoudende dranken duurder te maken, alcoholhoudende dranken minder beschikbaar te maken en reclame voor alcoholhoudende dranken te beperken.The Dutch government wants to reduce the number of people who smoke, are overweight or consume excessive amounts of alcohol. To this end, the National Prevention Agreement was drawn up in 2018, with goals for 2040. In this context, the government made agreements with over 70 different parties. RIVM has calculated whether the agreements, as they are currently being implemented, will be enough to reach the goals for 2040. It has calculated what the situation will look like in 2040 both with and without agreements. The calculations show that the agreements will not result in the goals on problematic drinking being met. There will hardly be any decrease in the number of people who drink problematically. Many of the agreements in the NPA, as they are currently being implemented, are expected to have little effect. The goal for 2040 is to reduce the percentage of adults who drink problematically to 5 per cent and to reduce the percentage of young people who say they drank alcohol in the past month to 15 per cent. More and stricter measures will be necessary to meet these goals. Examples of such measures include making alcoholic drinks more expensive and less easily available and limiting advertising for alcoholic drinks

    Calculating the impact of the National Prevention Agreement – subagreement on smoking. Will the 2040 ambitions be reached?

    No full text
    De Nederlandse overheid wil dat er minder mensen roken, overgewicht hebben of te veel alcohol drinken. Om dat te bereiken, is in 2018 het Nationaal Preventieakkoord met doelen voor 2040 afgesloten. Hiervoor heeft de overheid met meer dan zeventig partijen afspraken gemaakt. Het RIVM heeft berekend of de doelen in 2040 worden gehaald met de afspraken zoals ze nu worden uitgevoerd. Het RIVM heeft hiervoor berekend hoe de situatie in 2040 zal zijn met én zonder de afspraken. Uit de berekening blijkt dat het aantal mensen dat rookt in 2040 iets verder zal zijn gedaald met de afspraken dan zonder de afspraken. Maar de gestelde doelen worden met de afspraken niet gehaald. Extra en stevigere maatregelen zijn nodig om deze doelen te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan extra prijsverhogingen, naast de verhogingen die al zijn afgesproken. Het doel is dat in 2040 minder dan vijf procent van de volwassenen en geen enkele jongere meer rookt. Volgens de berekeningen zal door de afspraken naar schatting ongeveer 10 procent van de volwassenen roken. Zonder afspraken zou dat 13 procent zijn. Het aantal jongeren (12 t/m 16 jaar) dat rookt, zal in 2040 door de afspraken ongeveer vier procent zijn, in plaats van vijf procent zonder de afspraken. Het duurder maken van sigaretten en shag bleek het meest effectieve middel om mensen te laten stoppen met roken of te voorkomen dat ze ermee beginnen. In dit onderzoek is niet gekeken naar het roken van elektronische sigaretten (vapen).The Dutch government wants to reduce the number of people who smoke, are overweight or consume excessive amounts of alcohol. To this end, the National Prevention Agreement was drawn up in 2018, with goals for 2040. In this context, the government made agreements with over 70 different parties. RIVM has calculated whether the agreements, as they are currently being implemented, will be enough to reach the goals for 2040. RIVM has calculated what the situation will look like in 2040 both with and without the agreements. The calculations show that the agreements will result in slightly less people smoking in 2040, compared to the situation without the agreements. However, the agreements will not result in the goals being met. More and stricter measures will be necessary to meet these goals. For example, additional price increases could be introduced, alongside the previously agreed increases. The goal for 2040 is to reduce the number of adults who smoke to less than 5 per cent and to reduce the number of young people smoking to zero. According to the calculations, the agreements will result in an estimated 10 per cent of adults smoking. Without agreements, this would be 13 per cent. The agreements will also result in around 4 per cent of young people (between 12 and 16 years old) smoking in 2040, compared to 5 per cent without the agreements. Making cigarettes and roll-your-own tobacco more expensive would be the most effective way of getting people to quit smoking or preventing them from ever beginning. Vaping was not included in this study

    Counterchecks on measurements of radioactivity in waste water and ventilation air at the nuclear power station in Borssele. Period 2022

    No full text
    De kerncentrale Borssele (KCB) meet hoeveel radioactiviteit de centrale loost via het nucleair afvalwatersysteem en het nucleair ventilatiesysteem. Het RIVM controleert deze metingen acht keer per jaar. Met deze 'contra-expertise' controleert het RIVM of de analyses die de kerncentrale zelf uitvoert, betrouwbaar zijn. RIVM concludeert dat dit inderdaad het geval is. De KCB neemt de te analyseren monsters verspreid over het jaar. De gamma-analyses van afvalwater uit de contra-expertise in 2022 kwamen op hoofdlijnen overeen met de resultaten van de kerncentrale. De overeenkomst in de 3H-data in afvalwater was voor 7 van de 8 monsters goed, en voor 1 monster matig. De KCB en het RIVM hebben geen strontium-isotopen en alfa-activiteit in het afvalwater gevonden. In zeven ventilatieluchtmonsters vonden het RIVM en KCB geen activiteit. In het tweede monster vonden ze een zeer geringe activiteit van I-131(jodium isotoop 131). Dit betekent voor een denkbeeldig persoon die een week lang 8 uur per dag aan het hek van het terrein staat een verwaarloosbare dosisbijdrage van 0,0004 microsievert (in Nederland is de gemiddelde jaardosis door achtergrondstraling voor één persoon ongeveer 1700 microsievert). De hoeveelheden 3H en 14C in ventilatielucht, bemonsterd met een zeolietpatroon, kwamen redelijk overeen. Het RIVM voert de contra-expertises jaarlijks uit in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS)

    783

    full texts

    15,255

    metadata records
    Updated in last 30 days.
    Web-based Archive of RIVM Publications is based in Netherlands
    Access Repository Dashboard
    Do you manage Open Research Online? Become a CORE Member to access insider analytics, issue reports and manage access to outputs from your repository in the CORE Repository Dashboard! 👇